Home

Kennismaking

Memoires

Bijbelstudies

Schriftoverdenkingen voor de jeugd

Div. artikelen

Links

Contact

Lydia gedoopt
 
De vrucht der bekering, daarvan lezen we in de Handelingen der apostelen hoofdstuk 16 :)5: En als zij (Lydia) gedoopt was en haar huis, bad zij ons, zeggende: Indien gij hebt geoordeeld, dat ik den Heere getrouw ben, zo komt in mijn huis en blijft er. En zij dwong ons.
Hetgeen dat Lydia te beurt was gevallen bij de rivier, onder het woord van een voor haar onbekende prediking, zal niet zonder vruchten blijven. Door het ware zaligmakende geloof in de Heere Jezus Christus gevoelt zij zich rijk gezegend. Wat een vreugde stroomt er niet door haar ziel. Ze is gered, God heeft haar wel gedaan. En de vrucht komt ook naar buiten openbaar. Zij zal uiting geven aan hetgeen haar ziel vervult. Het is immers onmogelijk dat zij, die Christus zijn ingeplant, door een waar geloof, niet zouden voortbrengen vruchten der dankbaarheid. Zij van de Heere rijk gezegend zal nu zelf ten zegen zijn. Met het kostelijke reukwerk der genade vervult, zal zij een liefelijke reuk verspreiden. Zij dwong Paulus bij zich in huis te logeren. Wat een kostelijk gezelschap vinden we hier in haar woning te Filippi. Het is voor Paulus een Elim. De plaats der liefelijkheid! Verwondering zal zijn hart hebben vervuld bij het aanschouwen van de vrucht der prediking. Een stil loflied klimt uit het hart van Paulus omhoog. Tot Hem die wonderen werkt.
Jonge vrienden, geloof maar dat daar in Lydia's hart ook het loflied heeft geklonken. Zou het daar niet zijn geweest: Zoete banden, die ons binden aan des Heeren lieve volk? Dan kan het niet anders of God is op het hoogst verheerlijkt in het smaken Zijner zaligheid! Hebben wij dit ook al mee mogen maken in ons leven, vrienden? Sommige predikers zeggen dat wij niet als Lydia bekeerd behoeven te worden, want zeggen zij weer: Er is slechts één Lydia in de Bijbel. Wat een dwaalgedachte! Er is ook maar één Abraham en één Mozes en één Manasse en één David en één Jesaja en één Rachab de hoer en één Saulus van Tarsen. Hoe verschillend hun wegen ook zijn geweest, hierin stemmen zij allen overeen: Zij zijn door en tot God krachtdadig bekeerd geworden. Het is donker in ons land en in de kerken is het niet veel beter. Het lijkt wel beter in die kerken, waar ze de mensen aanspreken met gelovigen en wedergeborenen en met broeders en zusters, met kleinen in de genade en bekommerden en vul maar in. Droevige zaken.
Laten we er eens aandachtig over nadenken. Was Lydia bekeerd, voor de prediking van Paulus werd toegepast aan haar ziel? Wel neen. Nu, dan hebben we vandaag ook nog te verstaan onder de onbekeerden, niet alleen de goddelozen, maar ook al diegenen die nog gelukkig zijn met hun godsdienst. Die net als Lydia opgaan onder het woord en niet het wonder Gods aan de ziel kunnen verklaren. Laten zij toch voorzichtig zijn en al diegenen die voorzichtig bouwen op hun doop en hun geloof en hun afleggen van de geloofsbelijdenis en zij die aangaan aan de Tafel des Heeren.
Wat dan, vragen jullie? Wel, je mag de Heere smeken of Hij het hart wil openen. Zodat het mag komen tot het buigen voor en onder de Waarheid. Ik hoop niet dat jullie zich ergeren aan het woord, dat het te scherp is of te ontdekkend. Kijk, Lydia ergerde zich niet toen haar alles werd afgenomen. Zeker, zij zou zich ook geërgerd hebben, maar haar ure was daar. Daar is genade toe nodig. De Heere boog haar door Zijn Heilige Geest.
Jongens en meisjes, ik gun jullie van harte dit te mogen leren kennen. Wat? Dat je ontdekt mocht worden aan je zondig bestaan, verlorenheid en strafwaardigheid. Dan gebeuren er wonderlijke dingen in je leven. Als de Heere het hart opent, dan wordt de wereld de huur opgezegd. Dan gaat de Geest der uitbranding werken, de zuivering vindt plaats in je leven. Of dachten jullie van niet? Meisjes, dachten jullie dat Lydia, we plaatsen haar even in onze tijd, na haar bekering in een lange broek zou lopen? Dacht je dat zij met geschilderde ogen langs de straten liep en een sigaret in haar mond? Dacht je dat Paulus en Lydia 's avonds in huis naar de t v. zaten te kijken? Dacht je dat zij zaten te kaarten? Dacht je dat Lydia, met haar dochters, zonder hoofddeksel in de kerk zou durven verschijnen? We zouden door kunnen gaan. De schrik slaat om je hart bij het aanschouwen van al die goddeloosheden en vervlakking. En waar horen we nog dat de Heere harten opent? Waar zijn ze die dagen nacht liggen te kermen onder de ondragelijke schuld? Geloof en godsdienst is er nog wel. Maar waar is de Godsvrees? Zijn er nog jongeren mee bedeeld? Wie wordt er nog bij God vandaan bekeerd? Het is een donkere tijd waarin we leven. Ach, mocht het Gods tijd met jou zijn. De Heere werkt op Zijn tijd, want Zijn roeping is onberouwelijk. Zeg het maar tegen de Heere: Heere, het ligt niet aan U, dat ik nog onbekeerd ben, maar aan mij. Ik ben verkeerd en bedorven. Och, bekeer Gij mij en ik zal bekeerd zijn.