HET KAARTSPEL
Een aantal catechisanten heeft gevraagd naar de betekenis van het kaartspel. Ik heb hen beloofd dat te publiceren, zodat ook de ouders er kennis van kunnen nemen. Jaren geleden heb ik dit eerder gepubliceerd en dat kwam toen terecht in de landelijke pers. Algemeen werd de betrouwbaarheid van dit stuk erkend door hen die menen er wat verstand van te hebben. Ook enkele historici konden zich er in vinden. Iemand uit onze gemeente zond mij een reeks van artikelen over de geschiedenis van het kaartspel. Daaruit bleek dat er diverse meningen over het ontstaan hiervan in omloop zijn. Onze hartelijke dank voor deze inbreng. Het is mij duidelijk geworden dat de ontwerper van de kaartspelen, zoals wij die kennen, al van alles en nog wat bij de hand heeft gehad om ze te ontwerpen. Als zodanig was hij niet origineel. Maar wel in de duivelse inbreng en uitleg ervan.
Ik schrijf het artikel precies zo over, met inbegrip van de waarschuwing. Nu volgt het stuk.
Onlangs lazen we over het ontstaan van het kaartspel. De speelkaarten werden ontworpen in 1392 voor persoonlijk gebruik van koning Karel van Frankrijk, toen hij geestesziek was.
De ontwerper was een zeer slecht mens, die zich om God noch gebod bekommerde en voor zijn boze schepping koos hij bijbelse figuren.
De koning stelde de duivel voor, de vrouw was Maria, de moeder van Jezus. Zo maakte hij de Heiland van zondaren tot de zoon van satan en Maria.
De harten en ruiten stelden het bloed van de Heere Jezus voor.
De joker was de Heere Jezus zelf.
De schoppen en klaveren betekenden de vervolging- en vernietiging van de heiligen.
Zijn verachting voor de tien geboden legde hij in de tientallen die in de kaarten zijn. Zo is het kaartspel ontworpen.
Naar dit godonterende spel wordt gegrepen ook door hen, die des zondags met de psalm op de lippen: "God heb ik lief", in Gods huis vertoeven.
Maar ……….het is een leugen.
Vaders en moeders: waakt tegen dit gruwelijke spel.
Jongens en meisjes: steek je handen niet uit naar dit zondige spel, dat het zwijnendraf van de wereld is, waaruit de eeuwige honger en dorst zal voortvloeien. Daal liever af in de goudmijn van Gods Woord, want daarin ligt de levensader verborgen. Een ieder die deze vindt, die zal verzadigd worden om nooit meer te hongeren.
Haast u dan tot die Goudmijn, want onze polsslag slaat onze dodenmars.
Het kaartspel is dus Godslastering.