STERVEN OF ONTSLAPEN
De vraag werd gesteld: Mogen wij bij de dood van Stéfanus wel spreken van een ontslapen? Blijkbaar wordt verwezen naar de marteldood van Stéfanus. Er staat in de Handelingen der Apostelen hoofdstuk 7: 60: En als hij dat gezegd had ontsliep hij.
Hoe zit dat? Vaak wordt de dood vergeleken bij een slaap. Jezus, zegt van Lazarus: Lazarus onze vriend slaapt. Hier kunnen we nog wel inkomen, hij had een normaal sterfbed. Maar kunnen we dit nu ook van Stéfanus zeggen; hij moest immers een afgrijselijke marteldood sterven? Ontsliep hij wel, als wij ons oog laten rusten op dat misvormde lichaam, badend in het bloed, overdekt met stenen? Ja, omdat Gods Woord dat zegt! Zien wij alleen op het lichaam, dan zien we slechts de uiterlijke kant.
Zijn lichaam is gestorven, maar zijn ziel leeft, zijn ziel mag nu baden in een zee van eeuwig licht. _ Terwijl de vijanden nog staan te gooien met stenen en hem vervloeken, staat Stéfanus aan de poort van de eeuwigheid en wordt hij door de engelen Gods gedragen voor de Troon van het Lam en wordt hem de erekroon gegeven. En nauwelijks is hij gekroond of hij werpt zijn kroon neer voor de voeten van het Lam Gods, het belijdende: Gij alleen zijt waardig te ontvangen de kracht en sterkte en eer en aanbidding. En mag hij neerzinken aan de voeten van zijn Zaligmaker en jubelt hij met de verlosten het uit: Gij zijt geslacht en hebt ons Gode gekocht met Uw bloed uit alle geslacht, taal, volk en natie.
Beste vrienden! Dat zal wat wezen om daar in te mogen delen. Gods uitverkorenen hebben het ook nergens aan verdiend, maar door de genade Gods ontslapen zij in de Heere, bij het sterven, om te ontwaken in de hemel der heerlijkheid. Al sterven zij, gelijk als Stéfanus, hier door steniging of zoals de eerste christenen die geworpen werden voor de wilde dieren, of op de brandstapel zoals ten tijde van de Reformatie, zij ontslapen. Al wordt het lichaam van Gods volk op het ziekbed gefolterd door de zwaarste pijnen, al kwellen hen vele zorgen, hun sterven zal zijn, door vrije genade, een ontslapen. Al komen zij om in het drukke verkeer of met een watersnoodramp, zij komen behouden in het Vaderhuis. Wat een blij vooruitzicht! De dood van Gods volk, is geen betaling meer van de zonden, want Christus heeft voor hen de vloek en de toorn Gods gedragen op Golgotha. Hun sterven is een afleggen van het lichaam der zonde en een doorgaan tot de eeuwige heerlijkheid.
Het lichaam mag rusten in het graf tot de jongste dag, als de bazuinen zullen klinken, wordt het lichaam weer opgericht en met de ziel verenigd, om naar het evenbeeld van Christus vernieuwt te beërven de nieuwe hemel en nieuwe aarde, waar geen dood, strijd en ziekte meer zal wezen.
Jonge vrienden, zoeken jullie deze toekomst? Of zit je nog vastgeroest aan deze aarde? Eenmaal moet je alles loslaten en wat zal het erg zijn de Heere niet gezocht en gevonden te hebben. De duivel heeft zoveel aantrekkelijks te bieden. Wat hij je niet kan bieden is de eeuwige gelukzaligheid. Arme jeugd die nog in zijn boeien gevangen zit. Hij heeft alleen maar de eeuwige rampzaligheid te bieden. Je hebt je de oren laten dicht stoppen voor de roepstemmen en vermaningen des Heeren. O! Valt de Heere nog te voet, 't is zo erg onbekeerd af te reizen naar de eeuwigheid om in die toestand voor Gods rechterstoel te worden geplaatst. De tijd is vol met vragen naar de toekomst.
Ja, waar gaan we heen? Een ding is zeker, we gaan allemaal heen naar het graf. Dat ligt vast, daar ontkomt geen mens aan. Wij gaan sterven, dat is zeker. Maar wat zal jullie einde zijn?
Ik hoor jullie denken, mocht het een ontslapen zijn in de Heere, gelijk Stéfanus. Maar om zo'n sterven te hebben als hij zal ook zijn genadeleven ons niet vreemd moeten zijn. Want stervensgenade geeft de Heere alleen aan hen die in het leven genade hebben ontvangen. Dan alleen mogen we op goede grond het Paulus naspreken: Het leven is mij Christus en daarom het sterven gewin.
Heb jij net als hij je zonden en schuld leren belijden en heb je de Christus nodig leren krijgen en heeft de Heilige Geest Hem in je hart verklaard en toegepast? Is dat laatste nog niet gebeurd in je leven, bedrieg je zelf niet voor de grote eeuwigheid. We moeten zijn of worden als Stéfanus vol des geloofs en des Heiligen Geestes. Hoevelen reizen niet af met een eigengemaakt geloof waar God niet van afweet. Hoevelen gaan er niet verloren, omdat zij net als Bileam met Gods volk willen sterven, maar leven in en met de wereld? Er zijn wel vele hemelzoekers, maar weinig God zoekers. Je moet wederom geboren worden, anders zul je het Koninkrijk Gods niet zien. Bekeer je voor het te laat is en de poorten der hel voor je opengaan. Heden dan zo gij Gods stem hoort, verhard u niet, maar laat u leiden. Want het is sterven in de zonde of een ontslapen in de Heere. '