Home

Kennismaking

Memoires

Bijbelstudies

Schriftoverdenkingen voor de jeugd

Div. artikelen

Links

Contact

DE WAPENRUSTING GODS (1)
 
Wat wordt er bedoeld met de wapenrusting Gods?
In Éfeze 6 :11 lezen we: Doet aan de gehele wapenrusting Gods, opdat gij kunt staan tegen de listige omleidingen des duivels.
Voordat we ingaan op onze vraag is het nodig vast te stellen aan wie de apostel Paulus deze woorden richt. Hij spreekt deze woorden tot zijn broeders in de Heere. Je kunt dat lezen in vers 10 voorafgaande aan de tekstwoorden. Bedoelt Paulus daar al de jongeren mee die behoren tot de christelijke gemeente van Éfeze? Neen, de broeders zijn diegene in Éfeze die door en tot God bekeerd zijn geworden. Lees hoofdstuk 2 er maar op na. Hij spreekt daar over de totale doodstaat van de mens. Maar ook van de staatsvernieuwing in Christus door het zaligmakend geloof. In vers 12 en 13 staat geschreven: Dat gij in dien tijd waart zonder Christus, vervreemd van het burgerschap Israëls en vreemdelingen van de verbonden der belofte, geen hoop hebbende en zonder God in de wereld. Maar nu in Christus Jezus, zijt gij, die eertijds verre waart, nabij geworden door het bloed van Christus.
Op een andere plaats noemt de apostel de broeders: Zo doet dan aan, als uitverkorenen Gods, heiligen en beminden. In Christus met God verzoend, begint pas de ware geloofsstrijd. Paulus richt dus onze tekst woorden vanuit zijn gevangenschap in Rome tot hen in Éfeze van wie hij geloven mag dat de Heere er een goed werk in gewerkt heeft. Dat is ons hopelijk duidelijk geworden. Zuiver alleen gesproken tot Gods volk zijn deze woorden: Doet aan de gehele wapenrusting Gods. Anders gaan we elkaar op verkeerde gronden opbouwen en dat mag van de Heere niet. Velen worden vandaag aan de dag bedrogen voor de eeuwigheid. Onder het mom van rechtzinnige prediking waarin de oude Adam wordt vroom gemaakt of wordt opgeknapt door de gemeente aan te spreken in de "ons"- en "wijvorm". Jongeren worden opgewekt tot geloofsactiviteiten zoals evangelisatiewerk etc. Ze dragen een wapenrusting vol geplakt met teksten en beloften. Het zijn net uitgedoste Indianen die proberen de wereld te verbeteren en mensen te bekeren. Het is een wapenrusting van deugden en plichten en goede werken.
Waar de duivel niet om lacht is de wapenrusting die Paulus aanbeveelt aan Gods kinderen. Daar is hij doodsbenauwd voor. Als hier wordt bevolen de wapenrusting aan te doen, dan is er toch zeker wel één of ander dreigend gevaar. En dat is ook inderdaad het geval. Er dreigt gevaar! Gevaar, waartegen Gods volk zich te wapenen heeft. Het bevel in onze tekst luidt als een legerorder: Doet aan de gehele wapenrusting Gods. Dit woord doet denken aan oorlog en strijd. Wapenen wijzen toch op onrust, op strijd! Heeft dat met het ware geloof te maken? Er ligt hierin geen tegenstelling. Het zaligmakende geloof en het aandoen van de wapenrusting Gods ligt aan elkaar vastgebonden. Het één is niet te scheiden van het ander. Is er dan een vijand? Ja, daar werkt een machtige vijand van God en Zijn volk. Alles stelt hij in het werk om Gods werk te breken en uit Gods hand te rukken. Het is de duivel. Het is geen geringe taak om, daar tegen te strijden. Geroepen om niet maar wat te strijden tegen de duivel, maar hem weerstand te bieden om staande te blijven. Verstaan we, hoe meer we ons bewust zijn van het grote gevaar dat Gods Kerk bedreigt en de zware taak waartoe God Zijn volk roept, des te meerder kracht krijgt Zijn bevel: Doet aan de gehele wapenrusting Gods. Ja, het gevaar dat dreigt is zeer groot. Het is toch geen zwakke vijand, die het op de ondergang heeft gemunt: de duivel. De duivel is een geweldenaar, een genie van list en bedrog en boosheid, is de tegenstander! Velen loochenen het bestaan van de duivel, maar niet Gods volk. Zij kennen hem persoonlijk. Want wie de duivel niet kent, kent de Heere ook niet. Nee, de duivel is geen fantasie. Want de Heilige Schrift spreekt van hem, en leert hem ons kennen in zijn satanische aard als grote tegenstander Gods, en in zijn duivelse list en als aanklager der broederen. Ja, daar is een duivel, die het met zijn demonen om God te doen is, om God en Zijn Gezalfde naar de kroon te steken. Daartoe richt hij zijn aanvallen op de gelovigen. Niet omdat zij in zichzelf zoveel waarde hebben, maar om in hen God te treffen. Op allerlei manier zoekt hij hen van God af te trekken, hen buiten Zijn gemeenschap te krijgen, en hen buiten de hemel te houden. De strijd tussen de duivel en God waarbij Gods volk gemoeid is, is de grote strijd waarom het op aarde gaat. Het gaat in deze wereld niet om het kapitalisme of het socialisme of dictatuur, maar het gaat om de tegenstelling: God of satan. Dat is de strijd die er gevoerd wordt, en waarvan wij geloven dat Christus overwinnaar zal zijn!
Mag het ook voor jullie, door genade gelden: In Christus zijn wij meer dan overwinnaars?