Home

Kennismaking

Memoires

Bijbelstudies

Schriftoverdenkingen voor de jeugd

Div. artikelen

Links

Contact

SCHIJNHEILIGEN 1
 
Jonge vrienden, de duivel heeft een haat tegen jou en gunt je geen geluk. Hij werkt nooit opbouwend, maar altijd afbrekend. Dat geldt zowel het geestelijke leven van Gods volk, als in de Christelijke gemeente. Waar God een kerk heeft, daar bouwt de duivel er een kapel naast, om vandaar uit zijn verwoestend werk te kunnen verrichten. Daar is hij in het Paradijs al mee begonnen. Hij zag hoe Adam en Eva, naar Gods beeld geschapen, aan de hand van hun God wandelde. Vol vijandschap zag hij de gelukstaat van de mens. En zijn lust was om de mens even diep te doen laten vallen, als hij zelf gezonken was. En we weten hoe de mens van zijn Schepper afviel, door het verraderlijke werk van de satan. En vanaf die tijd worden we met een huichelachtig hart geboren. Een ander woord voor huichelaar is: schijnheilige. De vraag is of we hier aan ontdekt zijn geworden door de Heilige Geest, want anders gaan we ons verheffen boven Ananias en Saffira, zijn vrouw. Je kunt over hen lezen in de Handelingen der Apostelen, hoofdstuk 5. Een zeer ernstige les ligt daarin voor ons allen opgesloten.
Waarom overkwam hen zo'n ernstig oordeel Gods? Wat was er aan de hand? Na de uitstorting van de Heilige Geest op het Pinksterfeest ontstond er een Christelijke gemeente. Velen kwamen tot geloof en bekering. De duivel raakte vele prooien kwijt, die de Heere uit zijn macht wegrukte. Dat was een gruwel in zijn ogen. Vervolgingen breken los, denk aan Saulus van Tarsen. De wereld onderneemt hevige aanvallen op de christelijke gemeente. Echter zonder resultaat. De aanval van buitenaf op de Kerk werd afgeslagen. De Koning der Kerk hield Zijn uitverkoren Kerk staande. Het vuur der eerste liefde brandde in de harten van Gods kinderen. Maar dat kon de satan niet zien. Hij zou proberen of hij die bloeiende gemeente niet kon verwoesten. De aanval van buiten afwas mislukt. Nu zou hij het van binnen uit proberen. En de Heere liet het toe. Waarom? Hij wilde laten zien, dat Zijn eigen werk elke proef kan doorstaan.
Satan had zijn oog geslagen op een echtpaar, met name Ananias en Saffira. Dit echtpaar had zich, zo stellen wij het ons voor, in oprechtheid bij de Christelijke gemeente aangesloten. In die tijd was er bepaald geen eer mee te behalen, als men zich voegde bij de kerk van Christus. Integendeel, men stond open voor vervolging en smaad, ja, tot d_ dood toe. Er moest dan ook wel wat met de mens gebeurd zijn, zou deze stap ondernomen worden. Dit echtpaar had er schijnbaar alles voor over. Met liefde waren zij in de discipelenkring opgenomen. Zij kwamen in verlegenheid. Wat een offervaardigheid in de gemeente voor Gods volk in nood. En zij hadden nog niets gedaan.
Volgens vers 1 bezaten zij een have, dat is een stuk land, onroerend goed. Dat zouden zij verkopen om hun liefde voor de zaak te tonen. Zo gedacht, zo gedaan. Weldra hadden zij hun land verkocht voor een som gelds. Het echtpaar bleek niet zo vast te zitten aan hun grond, maar wel aan de leugen. Hij onttrok van de prijs, ook met medeweten van zijn vrouw, en bracht een zeker deel en legde dat aan de voeten van de apostelen. Ananias loog tegen Petrus toen hij beweerde, dat het al het geld was, wat hij had ontvangen. Maar dat was niet waar, hij had een deel voor zichzelf gehouden. En mocht nu deze satanische huichelarij blijven bestaan in de gemeente? Nee, de Heilige Geest zal daarvoor waken. De Geest Gods zal er voor zorgen, dat de gemeente des Heeren opgebouwd wordt. Hij zal kaf van koren scheiden. Ananias had zich bij de Christelijke gemeente geschaard en dat was goed van hen. Maar nu gaan zij zich bij Gods ware volk scharen. Ze gingen handelen alsof ze genadeleven kenden. Ze gingen zich voorstellen als een bekeerd echtpaar. Ze wilden zich voordoen als mensen, die overvloeiden van de liefde van Christus, terwijl zij dit misten. Niemand had van hen geëist dat zij hun land zouden verkopen en het de Heere offeren. Ze deden het voorkomen alsof zij van liefde dronken waren, gelijk de discipelen. Het is bedrog van satan, dat men met de schijn der godzaligheid kan volstaan, terwijl het wezen van de zaak gemist wordt. Daarom werkt satan bij dit echtpaar om de geldgierigheid te prikkelen en tracht hun wijs te maken dat zij zeer goede christenen kunnen zijn en toch met een leugen in de hand van de apostelen kunnen verschijnen.
En toch gaat het hier niet om de geld gierigheid. Het gaat hier om de zonde, n.l. de zonde van de leugenachtige houding in het geestelijke leven. Het doen alsof.
Aangezien dit een zonde is die nog lang niet is uitgestorven willen we hier nog eens verder met jullie over nadenken.