Home

Kennismaking

Memoires

Bijbelstudies

Schriftoverdenkingen voor de jeugd

Div. artikelen

Links

Contact

De verloren zoon (3)
 
We gaan de gelijkenis van de verloren zoon opzoeken in het evangelie van Lukas 15: 20: "En als hij nog ver van hem was, zag hem zijn vader, en werd met innerlijke ontferming bewogen." Over deze woorden wil ik met jullie gaan handelen. Hoe lang hij al op weg was uit het verre land naar huis, weten we niet. Hij was nog verre, maar toch zo dicht bij dat de vader hem ziet. Deze zag in de verte iemand aankomen en ook dat het zijn zoon was. Hij herkende hem, Toen hij wegging zal de vader hem met natte ogen hebben nagestaard, Hij had zijn zoon lief en zo doet de liefde, Zij treurt en is bezorgd over een zoon of dochter die het huis heeft verlaten omdat zij het met de christelijke opvoeding niet eens zijn. Banden worden verbroken met ouders en andere familie leden, Zij willen op zichzelf wonen. Het is thuis allemaal te stijf en ouderwets. En daarom koffers pakken en wegwezen, fijn in de stad op kamers gaan wonen. Jezelf kunnen zijn in het ontvangen van vrienden en vriendinnen. Naar muziek luisteren wat van vader en moeder niet mocht. Die hebben immers geen verstand van moderne muziek. Zij vinden alleen de psalmen maar mooi om te zingen. Er zijn wat jongeren vandaag die God en de gemeente verlieten en de wereld zijn ingegaan om daar de geestelijke goederen, van God ontvangen, door te brengen. Maar waar is ons gebed voor hen, die verdwaald zijn? Van de vader lezen we in onze tekst dat hij uitziende en met innerlijke ontferming bewogen was. Dit moet ons treffen. Ongunstige berichten over zijn zoon kwamen tot hem, tenslotte hoorde hij niets meer van hem, zijn zoon is verloren. Een ouderhart treurt anders over een verloren dan over een dode zoon. Liefde houdt de hoop vast, dat hij of zij die wegging nog zal terugkeren. Zij wacht, ziet uit en bidt.
Zijn vader zag hem. De liefde ziet ver en scherp. De vader zag hem voor een ander van het gezin hem zag Toen hij dichter bij huis kwam ontmoette hij mensen, die hem vroeger gekend hebben, maar zij liepen hem voorbij en herkenden hem niet. Wat is dat voor een zwerver of landloper, dachten zij misschien voor een ogenblik. Maar de vader zag hem. Ziet de zoon het vaderlijke huis al, of durfde hij zijn ogen niet opslaan? Zag hij zijn vader? Ik denk het niet. Maar de vader zag hem, en dat is hier de hoofdzaak. Wat een gezegend onderwijs. De vader is hier toch het beeld van de Heere Jezus Christus. En dan wil dit beeld zeggen: Als een mens zo doet tegenover een verloren zoon, hoeveel temeer de Heere tegenover een verloren, nochtans verkoren zondaar?
De vader zag hem en werd met innerlijke ontferming bewogen. De vader zag de bijna onherkenbaar geworden zoon, die van honger uitgeteerd, ellendig en vuil tot hem komt. Geen kleding heeft hij, slechts lompen draagt hij, zijn schoenen zijn versleten, maar wat hindert dat? Nu de vader hem ziet zal alles terechtkomen. De Heere is het niet te doen om de kleding of sieraad, nee maar om de persoon die hij liefheeft met een eeuwige liefde. Zo worden zij tot de Heere gebracht als naakten en armen en berooiden en slechten. Met een verspeelde naam en een vergooid lichaam.
Jonge vrienden, ziet hier een beeld van Gods vrije liefde in Christus. Van die liefde die de verlorenen gadeslaat wandelend op de vuile wegen der zonden.
Hopeloos verloren en verdoemelijk. Die vrije liefde die uitgaat om te zoeken en tot zelfontdekking en bekering te brengen. Die liefde vergaat nimmermeer. Al gaan Gods oordelen en Gods heilig recht over je heen, Christus' werk zal overwinnen. Vanwege Zijn verkiezende liefde. Groot om daar in te mogen delen. Die liefde waardoor God met innerlijke ontferming over ellendige bewogen is, is de bron van alle heil en zaligheid.
Met innerlijke ontferming bewogen. Hoe dikwijls lezen we dat van de Heere Jezus! Innerlijke ontferming is er in Jezus Christus, Die gekomen is om te zoeken en zalig te maken dat verloren is. En Hij de schare ziende werd met innerlijke ontferming bewogen over hen, omdat zij vermoeid en verstrooid waren gelijk schapen die geen herder hebben. Met innerlijke ontferming werd Hij bewogen en genas hun zieken. En op een andere plaats: Ik word innerlijk met ontferming bewogen over de schare, want zij zijn nu drie dagen bij mij gebleven en hebben niet wat zij eten zouden. En Hij gaf hun brood.
Mogen wij delen in deze innerlijke ontferming des Heeren? Hoe te weten vraag jij? Wel dan heeft God je opgezocht en in de schuld gebracht. Op de terugweg gebracht door schuldbesef getroffen en verslagen en je ziel verlangt naar vergeving en verzoening met God. Je vreest nooit thuis te zullen komen. Als je ziet naar binnen op alles wat is misdreven, op je armoede en ellende, en je denkt aan de Vader en Zijn huis, dan vrees je meer Zijn toorn die je verdiend hebt dan te hopen op Zijn liefde die alleen behouden kan. Hoe kunnen de knieën dan niet knikken en moedeloosheid in het hart zijn. Je schijnt niet vooruit te komen, eerder achteruit. In Adam de weg kwijt geraakt en je gevoelt dat de Heere Zijn hand niet naar mij uitstrekt het een verloren zaak is. Hij moet mij tot Zich trekken. Nooit zul je uit jezelf bij Hem komen om je zon en schuld in waarheid te belijden, en vergeving smeken. Je weet dat je verloren bent en dorst n behoudenis. De duivel fluistert in je hart: je berouw is niet diep genoeg, je zonden zijn te veel I vergeven te worden. Je hart te vuil om gereinigd worden en je kunt het toch zelf niet doen. Hoe het dan ooit goed komen als alles van Gods kant komen moet? De Heere is met innerlijke ontferming bewogen over landlopers.