Home

Kennismaking

Memoires

Bijbelstudies

Schriftoverdenkingen voor de jeugd

Div. artikelen

Links

Contact

Gezegend 2005.
 
Als God het ons geeft dat we het nieuwe jaar mogen binnentreden, willen we u allen Gods onmisbare zegen toewensen. Dat geldt voor vriend en vijand, ja voor allen. De zegen des Heeren alleen maakt rijk. We willen dat binden op het hart van onze zieken en invaliden, dementerenden, blinden, doven, verstandelijk- en lichamelijk gehandicapten. Zij leven vaak in een zodanige ondoordringbare wereld. Wat een voorrecht als we zelf en onze kinderen in redelijke gezondheid de grens van het nieuwe jaar mogen overschrijden. Dat we nog gespaard zijn voor ons huis, onze (klein)kinderen, voor de Kerk en onze gemeente. Ik wens u/jullie toe de beste van alle zegeningen Gods, n.l. de zegen der dankbaarheid en van de Goddelijke bekering. Want de ware dankbaarheid is een zegen van de Heere. Onze plaats zij aan Zijn voeten om daar onze ondankbaarheid te belijden. Wat wij nodig hebben zijn nieuwe zegeningen. Bij het oude kunnen wij niet leven.
De Heere is de Fontein, Die de levenszegen bereidt voor Zijn Kerk. De grootste zegen is een nieuw hart te ontvangen van de Heere.
Ik bid u/jou, hoe denkt u/jij het nieuwe jaar in te gaan? Zo maar, zonder afrekening met de Heere en met uzelf? Als u geen schuldgevoel hebt, diep, zwaar en in oprecht berouw, dan is er ook geen verlangen naar een vernieuwd hart. Ik vrees voor u, dat waar het in hardheid en afkerigheid begonnen is, het op dezelfde wijze voortgezet en geëindigd zal worden. Neen, het spreekwoord zegt: beter ten halve gekeerd dan geheel gedwaald. Sta eens een ogenblik stil op Nieuwjaarsmorgen. Eerst de vraag tot uw ziel gericht: hoe is het van binnen? Hoe staat het met mij voor de eeuwigheid? Hebt u kennis aan het woord van de profeet Ezechiël: Ik zal u een nieuw hart geven, en Ik zal maken dat gij in Mijne wegen zult wandelen? U zegt: ik bid er veel om. Gij bidt wel, maar gij ontvangt niet, omdat gij kwalijk bidt. 0' Zoek toch eerst het Koninkrijk Gods en alle dingen zullen u toegeworpen worden! Hoe komt het ooit in orde? Zonder een nieuw hart is er van een nieuwe ingang geen sprake. Er kan geen nieuw leven, geen nieuwe ingang zijn als wij niet tot de Heere bekeerd zijn. Alles blijft bij het oude. Waardoor wij verloren en verdoemd liggen. Zulke moeten vermaand worden. Dus hebben we boven alles een nieuw hart nodig. Ziet, het zal aan de Heere niet liggen. Bij de ingang van het nieuwe jaar komt Hij een ieder van ons tegen met Zijn Woord. Ja, nodig is een nieuw hart, want daaruit zijn de uitgangen des levens. Wat is het toch een heerlijke gave van God. Veel mensen hebben op Nieuwjaarsdag allerlei wensen voor zichzelf en voor anderen. Wat komt er weinig van terecht. Het blijven wensen, vrome wensen. Zij vergeten dat het vervullen ervan alleen van de Heere is, dat Hij de Gever is. De Enige Die het kan als Hij het wil.
Weet u/jij, wat zijn zij gelukkig, die één wens, één ding van de Heere begeren. Eén ding heb ik van de Heere begeerd, dat ik al de dagen mijns levens mocht wonen in het huis des Heeren. Alle dagen van het jaar begeert hij de gemeenschap met de Heere te beoefenen. Hij begeert de beste gaven, n.l. Gods genade en de Heere Jezus Christus te kennen door het ware geloof. Hij begeert het dierbaarste wat God gegeven heeft in Zijn Zoon. Het behoeftige volk vindt in Hem alles voor alle dagen van het jaar. Want bij Hem is een volheid. Wat groot om Hem in de dadelijke toepassing aan de ziel te mogen bezitten. In Christus is alles nieuw!
De God aller genade schenke ons Zijn zegen onder de bediening van Zijn Woord. HIJ schenke lust en liefde om Zijn Woord te verkondigen en om Het te mogen beluisteren. De Heere mocht mij nog willen gebruiken als slijk aan Zijn heilige vingeren. Hij schenke daartoe gezondheid en krachten om te mogen werken in Zijn Wijngaard. Bovenal dat door onze bediening er nog getrokken mogen worden uit de duisternis tot Zijn wonderbaar licht en dat tot Gods eer en verheerlijking van Zijn deugden.
 
Dat wij ons ambt en plicht, o Heer',
Getrouw verrichten, tot Uw eer;
Dat Uwe gunst ons werk bekroon',
Uw Geest ons leid', en in ons woon'.
 
Schenk Uwen zegen bij Uw Woord;
Het rijk des satans word' verstoord;
Sterk leraars, sterk onz' overheid,
In 't werk, door U hun opgeleid.
 
Troost allen, die, in nood en smart,
Tot U verheffen 't angstig hart;
Maak ons in tegenspoeden stil;
Hoor ons, o God, om Jezus' wil.
 
(Morgenzang vers 3, 6 en 7)