Home

Kennismaking

Memoires

Bijbelstudies

Schriftoverdenkingen voor de jeugd

Div. artikelen

Links

Contact

THOMAS de gelovige, Johannes 20: 29
 
We spreken over de "ongelovige" Thomas. Het is waar dat de Heere het tijdelijke ongeloof van Thomas heeft afgekeurd, hoe zou het ook anders kunnen. Maar of wij hem dan maar mogen aanwijzen als die "ongelovige" waag ik te bestrijden. Thomas is een uitverkoren kind van God die het zaligmakende geloof had ontvangen. Ook uitverkoren om discipel van de Heere Jezus te zijn, waardoor hij getrokken was met koorden van eeuwige liefde in de voetstappen van Christus. En daar is hij nu in vastgelopen. Zijn meester moest een vreselijke vloekdood sterven. Hier door werd zijn geloof ten zeerste beproefd. Christus was neergelegd in het graf. 0, zeker heeft hij gehoord van de andere discipelen dat Christus was opgestaan uit de dood, dat Hij Zich geopenbaard had aan verschillende personen. Ook anderen hielden dat getuigenis voor "ijdel geklap". Het antwoord van Thomas is: Als ik in Zijn handen niet zie het teken der nagelen en mijn vingers steke in het teken der nagelen en steke mijn hand in Zijn zijde, ik zal geenszins geloven.
Thomas ongeloof gaan we niet goedpraten. De andere kant wil ik belichten. Deze woorden van Thomas zijn een bewijs dat ook Gods volk niet kan vasthouden wat het wil en dat het niets kan aannemen tenzij het haar van de Heere gegeven zij. Gods volk leert het geloof ontvangen als een gave van de Heere. Zo onkundig is nu de mens door de zonde geworden, dat hij zichzelf, ook al is hij met God verzoend, het geloof niet schenken kan. De Heere Jezus heeft gesproken: Ik heb voor u gebeden dat uw geloof niet ophoud. Hij wist dat Zijn volk gezift zou worden als de tarwe. De satan voert oorlog tegen Gods werk in het hart van Zijn volk. Ook Thomas wordt met vuistslagen bewerkt door de duivel. Het goud wordt gelouterd in het vuur. De uitkomst is des te schitterender. Gode ter verheerlijking. En daar gaat het hier ook om. Om de eer van God. Als Thomas niet lag onder de voorbidding van Christus was hij vergaan, want zijn eigen hart was onwillig om te geloven. Als dus de Heere Jezus Thomas bestraft met: Zijt niet ongelovig, maar gelovig, dan moeten we dit van harte onderschrijven. Maar als er iemand een steen naar Thomas wil werpen, die moet maar snel zijn hand laten zakken, want dan ben je nog nooit ontdekt geworden aan je ongelovig hart. Aan dat hart wat arglistig is, ja, dodelijk wie zal het kennen. Dan wordt het genade leven gemist. Gods volk kan zich vinden in de gestalte van Thomas. Dagelijks moeten zij zich schamen vanwege hun ongeloof. De bevinding leert, dat wanneer de Heere Zijn Aangezicht verbergt, zij geen leven gevoelen aan hun ziel.
Beste jongens en meisjes, er is een ongeloof omdat men niet wil geloven, maar er is ook een ongeloof omdat men het niet kan. Dat laatste is Thomas gestalte. En daarbij de bestrijdingen van de duivel, zodat het onkruid van het ongeloof de overhand krijgt. En dat gaat de Heere uitroeien. Thomas verkeert temidden van de andere broeders. Ze zeggen niet tegen hem: Man, dat is je eigen schuld, waarom geloof je ons niet, je .moet toch geloven. Je eigen schuld hoor dat je zo in het donker zit. Neen. Deze discipelen hebben voor elkaar gebeden lezen we, aanhoudend. Opdat de Heere Zich ook persoonlijk aan Thomas mocht openbaren. Zonder de toepassing van de heilsdaden van Christus in ons hart liggen we er buiten met al onze vroomheid en ingebeeld geloof. Het moet beleefd worden bij God vandaan. En anders is het allemaal maar niks met ons.
Wees niet ongelovig, maar gelovig. Hoe vaak heeft men zonder recht met dat woord zichzelf een geloof opgedrongen en anderen vermaand en bedreigd, opdat men maar zou aannemen, dat men een hemel zou beërven na het sterven. Het grote verval van de kerken is dat ze hier vol mee zitten. De eis om te geloven wordt zo ver doorgevoerd dat de wil daartoe in de mens wordt gelegd. Zij het onder een schone gereformeerde mantel.
Jonge vrienden, misleid jezelf niet. Geen geloof zonder wedergeboorte en bekering van het verdorven hart. Het ware geloof is een plant uit de hemel. En alle plant die de Hemelse Vader niet geplant heeft, zal worden uitgeroeid en velen zullen menen in te gaan en niet kunnen. Het is waar, een geloof waaraan de werken ontbreken is een dood geloof. Even waar is, dat een eigengemaakt geloof met eigengerechtigheden ook een dood geloof is. De duivel geeft ook geloof en bekeert vele jongeren, en alles wat de duivel werkt kan op leven lijken, maar is toch dood. Hij werkt wel schijngeloof en schijnbekeringen, maar het einde daarvan is de dood. Een levend geloof is uit God, uit Hem, die aan Zichzelf het recht heeft voorbehouden het leven te geven aan wie Hij wil. Het is een eenzijdige Godswerk. Niets uit de mens maar alles uit Hem. Daarom is Thomas zalig geworden omdat God Zijn eigen werk vasthield in de ziel van Thomas. Hij bezat het ware geloof in Christus, een vrucht van de Heilige Geest. Wie Thomas aanraakt raakt Gods oogappel aan!