Home

Kennismaking

Memoires

Bijbelstudies

Schriftoverdenkingen voor de jeugd

Div. artikelen

Links

Contact

Kinderlijk geloof
 
Onderstaand verhaal trof mij. Het is waar gebeurd. Geen verhaal uit het verre verleden, maar wat enkele jaren geleden heeft plaatsgevonden.
Een zendeling ontmoette op zijn reis door China twaalf kinderen die in een klein gebouwtje bij elkaar zaten. Elf jongens en één meisje woonden samen in een klein drie-kamer-huisje van een Chinese voorganger. Zijn dit allemaal uw kinderen, vroeg de zendeling? De voorganger lachte en vroeg de zendeling te gaan zitten, dan zou hij hem hun verhaal vertellen.
De kinderen waren gevlucht uit Noord-Korea. Van de meeste waren de andere gezinsleden van honger omgekomen, dus was er weinig hoop voor hen wanneer zij in hun geboorteland zouden blijven. Zij konden nergens heen maar toch lukte het hen om op een wonderlijke manier te ontsnappen en de weg naar China te vinden.
Kinderen in Noord-Korea worden door de communisten gewaarschuwd dat, als zij in China opgepakt worden, al het bloed uit hun lichaam gezogen zal worden, dat hun ogen, hart en andere lichaamsdelen eruit gesneden worden en aan ziekenhuizen verkocht worden. Voortdurend worden Koreaanse kinderen geïnjecteerd met angst om hen maar te ontmoedigen om te vluchten.
Maar in Noord-Korea wordt ook nog een ander verhaal verteld over China. Als je het geluk hebt gehad om te ontsnappen, moet je uitkijken naar een gebouw met de vorm van een kruis erop. Daar zul je hulp vinden. Elk van deze kinderen was, zoekende naar dat kruis, bij het huis van de voorganger gekomen en had er voedsel en onderdak gevonden.
Cheng Lee is pas zes jaar. Hij en zijn oudere zus zagen hun ouders sterven van de honger. Toen zij nergens naar toe konden, lukte het Cheng en zijn zus de bevroren Yalu rivier over te steken. Eenmaal aan de overkant zei het zusje van Cheng: blijf even hier. Ik moet alleen een klein eindje verder. Zij kwam nooit meer terug.
Kum Chong Jun is dertien jaar oud, maar dat zou je niet zeggen. Als je z'n lichaam ziet, denk je dat hij acht jaar oud is. Dat komt door ondervoeding. Kum Chong was ook getuige van de hongerdood van zijn ouders. Toen hij om hulp ging vragen bij zijn buren, ontdekte hij dat die hun eigen kind aan het opeten waren. Kum herinnert zich de lichamen, waarover hij letterlijk struikelde toen hij Noord-Korea uitvluchtte. De kinderen vertellen de zendeling iets van de verschrikkelijke gebeurtenissen die hen er toe gebracht hebben om te vluchten. Allen doen ze verslag over de wijdverbreide hongersnood en het kannibalisme (mensen eten mensen op) dat in hun land plaats vindt. Sommigen zijn vele keren opgepakt toen ze probeerden te vluchten. Zij zijn geslagen en gevangen gezet. Het is moeilijk voor de zendeling om zich deze tragedie voor te stellen. Hun verhalen zijn zo gruwelijk. Geen enkel kind zou zulke ontberingen kunnen door staan.
Young Lee is het enige kind uit het gezin dat nog in leven is. Toen hem gevraagd werd waarom hij gevlucht was, boog hij zijn hoofd  en zei: ik had zo'n honger. Hij schaamt zich zo dat hij zijn familie verlaten heeft. Zoiets weegt in de Koreaanse cultuur erg zwaar.
Zijn het christenen, vroeg de zendeling, wijzend op de kinderen? Elk kind bevestigt zijn geloof in Jezus Christus. In Noord-Korea wisten zij niets over Jezus. Hen werd geleerd dat elke religie, behalve de Koreaanse godsdienst van "Juche", een leugen is. Alleen "Juche", dat gebaseerd is op de communistische ideologie, zal redding brengen en hen het "paradijs" binnenleiden. Maar nu hebben de kinderen de waarheid leren kennen. Zij zijn ontkomen aan de lichamelijke en geestelijke dood en het echte "paradijs" binnengegaan via de ondergrondse christenen in communistisch China! Wat een ironie!
Als de zendeling verscheidene uren bij de kinderen op bezoek is, maakt hij iets mee wat hem diep raakt.
Hong Jun, een 11 jarige jongen staat op en begint te zingen. Tranen lopen hem over de wangen. Elk kind gaat meezingen. De overtuiging die op hun jonge gezichten te zien is, is indrukwekkend. Zij zingen een lied, een gezang vol hoop voor de redding van hun land:
Heere, ons land is een puinhoop.
Wat moet dat U een verdriet doen.
Heere, stuur ons naar onze geliefden toe.
En leer ons meer bidden met geloof en met hoop.
Heere, geef ons de stem van het Evangelie!
Zendt ons naar de mensen in ons vaderland.
U houdt van hen meer dan van lucht en van land.
Maak hen tot een vuur, dat voor de wereld brandt!
 
Plotseling ziet de zendeling met nieuwe ogen wat een kinderlijk geloof betekent. Zien wij dat ook, door Gods genade?